
Duurzaam beleggen van pensioenen vergt diepe onderbouwing en evaluatie
De dubbele doelstelling maakt het bovendien lastiger om bestuurders af te rekenen op hun beleggingskeuzes.
door Rob Bauer, Jules van Binsbergen en Esther Eiling
Nederlandse pensioenfondsen spreken in toenemende mate de ambitie uit om met hun beleggingen actief bij te dragen aan een duurzame en leefbare wereld (tabel 1). Deze dubbele missie gaat vaak gepaard met de overtuiging dat het verduurzamen van de beleggingsportefeuille niet ten koste gaat van het rendement-risicoprofiel en dat het integreren van ESG-(Environmental, Social & Governance) risico’sen -kansen juist kan bijdragen aan een robuustere portefeuille.
Sommige pensioenfondsen gaan nog een stap verder en passen hun beleggingsportefeuilles drastisch aan. Zo kondigde ABP (2025) recent aan dat ze voor tachtig procent van de aandelenposities (109 miljard euro) overgaan tot een “een mandje van [1100] aandelen die voldoen aan onze minimale criteria voor duurzaam en verantwoord beleggen voor de lange termijn”. Voor de over circa 27 miljard euro (twintig procent) hanteert ABP “een meer geconcentreerde, actief beheerde portefeuille”. Stichting Pensioenfonds Huisartsen (2025) heeft aangekondigd over te stappen op een aandelenportefeuille van slechts 65 ondernemingen, die volgens het fonds, “financieel rendabel zijn en blijven, én daarnaast ook maatschappelijk relevant zijn”.Bovendien stelt deze know-what-you-own-aanpak het fonds in staat om huisartsen duidelijker uit te leggen in welke bedrijven ze beleggen en waarom.
[....]